Het geheim van het containernummer ontrafeld: van prefix tot checkdigit
Elk containernummer, van de enorme schepen tot de treinen en vrachtwagens, is meer dan zomaar een reeks tekens.
Het is een nauwkeurig gecodeerd identificatiesysteem dat essentieel is voor de mondiale logistiek.
In deze blogpost duiken we in de fascinerende wereld van containernummering.
De opbouw van een containernummer
Een standaard containernummer bestaat uit 11 tekens en volgt een internationale standaard, beheerd door het Bureau International des Containers (BIC). De BIC-code is de sleutel tot het identificatiesysteem en is te vinden op bic-code.org.
De 11 tekens zijn als volgt verdeeld:
-
Vier letters: Dit is de eigenaarscode (3 letters) gevolgd door een uitrustingscategorie-identificatiecode (1 letter). Deze eerste vier letters vormen de BIC-code.
-
Zes cijfers: Dit is het serienummer dat uniek is voor de container van de betreffende eigenaar.
-
Eén controlecijfer: Dit is het checkdigit, dat wordt gebruikt om de validiteit van het gehele nummer te controleren.
Laten we deze onderdelen nader bekijken.
De BIC-code en de uitrustingscategorie
De eerste drie letters van de BIC-code vertegenwoordigen de eigenaar van de container, zoals MAEU voor Maersk of WBTU voor Wilbert Trading BV. De vierde letter van de BIC-code is de uitrustingscategorie-identificatiecode.
Dit is een cruciale letter die het type container aangeeft:
-
U: Staat voor intermodale containers (de meest voorkomende soort). Dit zijn de standaard zeecontainers die je overal ziet.
-
J: Wordt gebruikt voor afneembare container gerelateerde uitrusting, zoals containerchassis.
-
Z: Wordt gebruikt voor opleggers.
-
G: Wordt gebruikt voor Gensets (generatorsets) die de stroom leveren voor gekoelde containers.
Deze letters helpen in één oogopslag te bepalen met wat voor type transportmiddel we te maken hebben.
De berekening van het checkdigit: een wiskundig slot
Het checkdigit, het elfde en laatste cijfer, is een briljante, wiskundige manier om te voorkomen dat er fouten worden gemaakt bij het handmatig invoeren van het containernummer. Als er één cijfer of letter verkeerd wordt overgetypt, zal de berekening van het checkdigit niet kloppen, wat aangeeft dat er iets mis is.
Hier is hoe de berekening werkt:
-
Toewijzen van waarden: Elke letter krijgt een numerieke waarde van 10 tot 38. De waarden 11, 22 en 33 worden overgeslagen, omdat ze dubbele cijfers zouden opleveren.
-
A = 10, B = 12, C = 13, D = 14, E = 15, F = 16, G = 17, H = 18, I = 19, J = 20, K = 21, L = 23, M = 24, N = 25, O = 26, P = 27, Q = 28, R = 29, S = 30, T = 31, U = 32, V = 34, W = 35, X = 36, Y = 37, Z = 38.
-
(Let op: L en Y zijn hier belangrijke uitzonderingen).
-
-
Vermenigvuldigingsfactor: Elk van de eerste 10 tekens (de 4 letters en 6 cijfers) wordt vermenigvuldigd met een overeenkomstige macht van 2, beginnend met 20 tot 29.
-
De eerste letter wordt vermenigvuldigd met 20 (wat 1 is).
-
De tweede letter met 21 (wat 2 is).
-
De derde letter met 22 (wat 4 is), enzovoort.
-
Het negende cijfer (de vijfde van de zes cijfers) wordt vermenigvuldigd met 28.
-
Het tiende cijfer (de zesde van de zes cijfers) wordt vermenigvuldigd met 29.
-
-
Som van de producten: Tel alle resultaten van de vermenigvuldigingen bij elkaar op.
-
Modulo 11 berekening: Deel de som door 11 en bereken de rest (de modulus).
-
Als de rest 10 is, wordt het checkdigit 0.
-
Anders, is de rest het checkdigit.
-
-
Vergelijking: Vergelijk het berekende checkdigit met het laatste cijfer van het containernummer. Als ze overeenkomen, is het nummer geldig.
We hebben een voorbeeld berekening op een andere pagina gepubliceerd.Daar vindt u ook een invoer om een containernummer te checken
De volgende keer dat je een intermodale container ziet, weet je dat de combinatie van letters en cijfers een complex, maar logisch systeem is.
Elk detail, van de eigenaarscode tot het unieke serienummer en het checkdigit, speelt een cruciale rol in het efficiënt en foutloos beheer van de wereldwijde handelsstromen.